Peter Thoma, Gé Bartman en Hanneke Plomp nemen je mee in een muzikale reis waarin twee meesterwerken tot leven komen. Het begint bij Beethoven, die met zijn pianotrio op. 1 nr. 3 iets revolutionairs neerzet. Voor het eerst klinkt de cello net zo vrij en opvallend als de viool en piano. De muziek kruipt door donkere passages, bouwt spanning op en barst soms bijna uit zijn voegen. Het voelt alsof Beethoven de grenzen van zijn tijd opzoekt en je daarin meesleept.
Daarna opent Brahms een heel andere wereld. Zijn derde pianotrio ademt warmte en romantiek. In het tweede deel duikt een levendige Hongaarse toon op die meteen een glimlach uitlokt. Het Scherzo brengt een mysterieuze sfeer, alsof er iets door de schaduwen beweegt. Later kleurt Brahms de muziek met een klank die doet denken aan een hoorn, zacht maar krachtig. De melodieën vloeien zo natuurlijk in elkaar over dat je begrijpt waarom Clara Schumann juist dit trio zo bewonderde.
Het wordt een uitvoering waarin drie musici je dicht bij de ziel van Beethoven en Brahms brengen, vol spanning, emotie en schoonheid.