Zalman Gradowski - Dodenherdenking

De hemel was een koperplaat
een etsnaald werd zijn pen.
Zijn lichaam is verkoold tot as
maar eeuwig klinkt zijn stem.

Hij stelde in een aardse hel
zijn martelgang op schrift
als flessenpost ter redding van
zijn nagedachtenis.

Hij zag het crematorium
en gaf zijn schrift een graf
en na zijn dood verrees daar
zijn gedetailleerd verslag.

Sara, Sore, Libe, Esther,
Refoël, Wolf: verbrand.

De as, las ik, woog per persoon
zeshonderdveertig gram.

Dit overschot moest daarna nog
gedumpt in de rivier
opdat van hen niets overbleef
behalve op papier.

Zou God, die in de hemel woont
achter de koperplaat
gelezen hebben wat onder
zijn vloer geschreven staat?

Die eeuwige gravure van
een moegestreden pen,
die bede om gerechtigheid,
een graf, een requiem.

Geschreven door Mieke van Zonneveld 

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de uitmail